log VII

XI1999 [slapeloze] nuits atypique de koudougou

muziek, dwaze maagd schal in je vlagen de zee, volle golven amphitheater je haren en handen, slag van drum en oer woud, waanzin van je saxofoonsnaren zatte noten gieren balk na balk

de zwarte warmte, golvend je mateloosheid breed uitgemeten bruisend de littekens, de korsten week gezweet, kaal gedanst lichaam en lichaam in verdrinkend spotlicht bis bis

stilte

de gebroken nacht heelt in de verdampende lichtheid

------------

over geluk kan ik het volgende zeggen:

vanmiddag stond aan de andere van een 1,5 meter diepe afwateringsgoot een meisje met een schaal bananen op haar hoofd. ze keek in de diepte, naar links en rechts en toen geloof ik nog eens naar links. toen trok ze haar jurk tot op haar knieen, terwijl ze de schaal met soepele knikjes van haar hoofd in evenwicht hield. voordat ze sprong, lachte ze. die lach. die lach past hier niet in woorden. ik weet niet of die bananen de overkant hebben gehaald. maar die lach had ik op dubbele snelheid ook niet gemist. zelfspot die van volkomen tevreden zelfkennis afstraalt. die lach kan ik niet zwartopwitten. over geluk kan ik dus het volgende zeggen: ze sprong en ze lachte.