roadtrip mali / nps passaat

23III2000, ouagadougou, het was een ochtend. zo'n warme ochtend aan het einde van een maand en het begin van een eeuw. ik werd wakker uit de stomende hoop kleren & de muziek van dit land. de krakend versterkte stem van de imam die de zon uit zijn bed schalt. de dwaze muzikant sliep nog, gekooid in zijn muggennet...het zweet van  5000 kilometer amsterdam ouagadougou op zijn voorhoofd. aan het raam onder de mangobomen het geveeg van issa, de bewaker. een oude moslim met een kromme rug & drie tanden & een marlboro lach, die elke dag het saharastof op straat gooide. ik lag te denken aan de verte en de weg daar naar toe. lome druppels langs zijn voorhoofd. de muziek slaapt. 'k herinnerde me iets wat ik schreef in de taal van zijn muziek en van de missippidelta.

there's two of us. equally mad and drifting.equally moving on. but he is the man of the town and the city. of the buzzing belly of people and neonlights. speeding up to millions. all stacked up in layers. never the slowest idea of end. the red light zebracrossing meditation kind of guru. his heavy hair like a bums dog and i, the never man, biting his nails. always slowing down to some deeper meaning. searching for the village in every city. the bald head. my love for crickets and cockroaches. shaking hands with warm and speechless people. waking up on floors of mud houses. and so we move. blinded by the dust of our spinning wheels. mad iron men. dumped by the city, too fast for anything smaller. two of us, still searching for the end of the road. ----------

de lauwe muggen . malaria blues. zompige schuimrubber matrassen die terugzweten. een doorgezakt bamboebed. Pee ijlt alleen maar en zucht. boven het zinken plaatdak staat de drukkende zon , gesluierd in de harmattan. buiten zegt het kwik 35 in zijn kop zegt het 40. dus ijlt hij. in een hoekje van het muggennet zit alwafi -een aanwaaigids- zijn gitaar te onstemmen. hij noemt zich liever camille le magnifique. zo heeft een franse pater hem genoemd toen hij als elfjarig jochie een konvooi vrachtwagens door de sahara gidste. medicijnen en voedsel voor de zieken & de doden.

-------------------

we draaien het asfalt af. de kale banden  knarsen. we stuiteren. er is iets van een wieg in deze weg. zoiets van moedermelk...misschien in het lage uitademen van de motor. het zuchten van de valse lucht in de verroeste uitlaat. de kopstem van de opgerekte v-snaar. ik sluimer. zie onvaste visioenen... magere ossen en een ontwortelde baobab. iets is te breekbaar aan het beeld. goeie miles op een oude tape. was al zo breekbaar & heeft nu zijn grip op de magneetstrip verloren. hij lijkt te zweven en toch jank ik even. een wasbord strekt zich voor ons uit. mijn kop klapt tegen het dak. weg droom. moederborst opgedroogd. hevig rood wasbord. genadeloze klappen. mijn blauwe peulpet houdt mijn wilde haren bijelkaar als een stootkussen. alles dondert uit kastjes en koffers en zakken. een waterval van boeken, bezine, ondergoed en een gitaar. we deinzen. pee ontwijkt koeien en een stoicijns schaap. maar er is muziek. wij zijn muziek. een oude bluesgod raspt ons genadeloos over  pieken en dalen. we worden ratelende percussie in een rhytme dat ik niet ken.

--------------------- the only story that i can tell, is the story of the road...of the empty alleys and the dark streets... the stations for trains and gaz. people begging. the road between the continents. the earth still drifting apart. i must have landed in africa over a year ago. i remember the day...my personality drowned in the capitalist colour back then. the same white of the guilty imperialistic gods of the past. and i drifted. was lost by selves i didn't see before, by black music & travelling pack neruda poetry. i wandered. a lot of times, just circles round my white house near the graveyard. but always, even in the darkest of cities i have found a shining kid... a kid with a story about a sick sister, a kid with a song, or a poem from school, a kid bringing me food from its mother, a kid begging for a dime to play table football. between the red days and under starry nights. in the corner of a singing church, on the middle of a blocked road under an accidental streetlight. they are children with the names of prophets, playing soccer and music. and you'd want to take 'em along like mad paul simon did, all that way to graceland. when breaking down or running the diarrhoea race... there's always a kid smiling at you.

-------------------- everything we are is packed into this strange brown car fuel of flying minds, shakespeare

incomprehensible neruda, --------------------- ende 10III2000 naakte kinderen dansen in het donker. ook de dorpschef danst. zijn grijze baard steekt uit een groene loodjas. zijn zaklamp danst. chinees groen plastic. de volgspot.  op de grens tussen de nacht en de onzichtbare achtergrond van de rotswand waar de doden wonen, dansen kinderen. hun ogen schitteren. de vlammen van een olielamp. silhouetten tegen een sikkel maan. een gewrichtsloze tijgerdans. vallend en rijzend. de beheersing van de gewichtsloze valvluchten van een adelaarsgevecht. in zijn blote bast speelt abdoulay, een geluksschelp om zijn nek. vlugge vingers. een leeg olijfolieblik, een kaalgeschraapte tak & twee snaren. zijn teenslippervoeten stampen het rhytme in het stof. een blauw emaille potje pruttelt op een hoopje gloeiende kolen. k. zet thee. hij schenkt me in. sterke, mierzoete thee. ik nip en de muziek valt even stil. ik hoor de krekels en in de baobab, de parelhoenders die zich nestelen in verlaten gierennesten.

------------------- een boom. de zon zakt achter de heuvels en de velden verdroogde mais. bottige biggen wroeten tussen de stoppels van een mislukte oogst. de zon is rood. er was regen. maar te laat . het land rood, de mais dood.  het rood van de wollige vruchten van de boom waar ik tegenaan lig. het rood van de zakkende zon. lager. achter, de rook van kokende vrouwen in de lemen forten van de lobi stam. zeven dagen per week to met saus. plakkerige deegballen met een saus van apebroodboombladeren. de gelaagde kleimuren worden roder dan de weg. achter, in het veld waar kinderstemmen dwalen in een geheime taal, staat  pee te pissen tegen een struik waar een geit aan knaagt.  een kleine jongen met een muts van dikke rode wol drijft hem met een stok naar huis.

--------------------- for me it is the boyhood dream of being a nomad, the ceaseless drive to be rolling somewhere. to pursue the ripples in the pond & then throw new stones, new ripples, new drives. but for pee... i couldn't really tell. he always told me that it's just the motion. not really going somewhere; just going. but he too. he must be digging for roots somehow. the black jazz roots. all the way from the frantic bush music. before it got chained and shipped away in wooden boxes. before it got blue in those bloody cotton fields. before it turned in to blues.

---------------------- een dak in djenné. de zon gaat onder in de niger, waarin kinderen met witte hempjes zwemmen en op het water slaan. zilveren oorbellen dansen in de uitgezakte oorlellen van de peulvrouwen die hun rokken ophijsen om naar de overkant te waden. ze houden de lege calebassen op hun hoofd vast. de melk is op. de markt is voorbij. de doorwaadplaats waar de vrouwen vanochtend  de was nog deden, is nu een catwalk door een rode zee. golven warme vrouwen in brandende mantels van rood en indigo en geel. dwalende doeken en jurken. kinderspetters. bizar palet van kleuren dat wappert in een wind die ergens in de stad begint en verwatert in een oceaan die niemand hier ooit gezien heeft. later, als de bol verder zakt en de golven schaaft, worden ze een zwart koord dat eerst over de drooggevallen oevers omhoog kronkelt en daarna over een zandpad door de droge velden naar de dorpen van de verte verdwijnt.

---- het verhaal van de koning die op de fiets vluchtte ---- het verhaal van de lilliputters in het dal

log XI

een gele verte, rode weg. krekels natuurlijk. een boom met zwarte vruchten die ik niet ken. een vogel. en een andere. de een met een dwingende mechanische roep, de andere volgt de melodie van de weg. we zijn de bergen voorbij geraasd. twee slapeloze zielen. de zon. in een hemelsche volkswagen hippievan, die meestal start. ik als chauffeur met 15 uur ervaring in een burkinabe lesauto. en luc op zoek naar vissers en hun verhaal. ergens tussen ouaga en de grens niger hebben we een

log X

---------------------uit een brief XII1999

ja. ik leef echt. voel dat ook. maar verlies voortdurend de greep. het begrip. gevoel van richting ook ver te zoeken. neig hier en daar tot gekte. maar de pijn die ik nog niet tot de diepte ken, het gemis van de ander, het dwaze geluk, de wijze onwetendheid van de beelden die me overweldigen. de vrouw bij de goot...die laten geen twijfel. ik leef. toch zonder ik me van de GOD die adem geeft af door mijn interessanterige literaire winterjas. werd gisteravond tijdens een concert in de stad getroffen door de leegte. de kou van de zwetende dansers. de hoogste cultuur komt nog niet halverwege babel. and they went down. bid maar dat GOD me klein blijft maken anders wordt ik op dag een eenzaam en ontgoocheld man.

---------------------------------

Nu roept de weg weer. De vlaktes, de bergen en de zee. De weg naar de verte. De weg die hier begint en nergens eindigt, omdat de aarde niet langer een platte schijf is.

ik stuurde het volgende idee naar een nederlandse radioomroep:

'in februari verlaat ik Burkina Faso, waar ik een jaar lang heb gewerkt als televisiemaker, om voor een maand mali binnen te trekken. het land van de dogon en tuareg, van de leegte en legendarische muziek van helden als Ali Farka Toure. onze kameel in deze woestijn is een poepbruine VW-van [hippiemodel met ronde vormen en een groot merkteken voorop] die via nepal, india en nederland naar BF is gereisd. aan boord paul willemsen, een geweldige jazz gitarist uit de amsterdamse school met zijn vijftigerjaren gibson en een minidisc recorder. en ik met het vertrouwde japanse schrijfboek en de onafscheidelijke NIKON.

idee is om een journal of log in geluid op te nemen. 3 tot 5 minuten per dag. een door jack kerouac's 'on the road' geinspireerd reisverslag in muziek & tekst. geluidsfragmenten van de straat, fragmentarische interviews, spoken word & jazz-composities uit het rode stof. een mix van alles tussen een complete song en de brakke ochtendrochels van een kamelendrijver. twee jongens die een nieuwe wereld binnen rijden. de ontmoeting met nieuwe beelden & woorden, op de markt of in de kunst. rijkdom. prachtige mensen. en armoede. een voortdurende jam-sessie van frans en foulfoude en de straatmuziek die zich met ons vermengt. de weg zonder einde, de brandende zon en de beweging van een rammelende volkswagen bus.'

schrijft die producer me de volgende dag dat hij het een spannend plan vindt en dat hij gaat kijken hoe ze 't kunnen gebruiken...het avontuur vinden we hoe dan ook. wellicht ook binnenkort in de NLse ether.

de wind, de weg, de verte. die drang naar beweging heeft misschien veel meer te maken met groeistuipen dan met grootheidswaanzin. een soort kinderlijke verbazing over de eigen invloed op de wereld. ik trap tegen de bal en... hij rolt weg. ik boek een vlucht en sta aan de andere kant van de wereld.

&

over showbiz: regisseurs en acteurs zijn respectievelijk goden en halfgoden. van de klassieken leerden we al dat die laatsten een grotere aantrekkingskracht hebben op vrouwen.

&

ik heb al eens ergens in mijn schrift met nog onbewezen waarheden beweerd dat wachten niet gedeeld kan worden, omdat de essentie van het wachten [een volledige occupatie van lichaam en geest door de onaangebroken tijd] ophoudt te bestaan op het moment dat een deel van de wachtende aandacht wordt omgezet in communicerende aandacht [kuchen, horloge kijken, krant kreukelen en opmerkingen maken in de trant van 'het is ook altijd hetzelfde', 'ik had toch de auto moeten nemen' en 'waar blijft hij?']

uit: 'het goddelijke wachten', een gestrande poging tot essay over wachten [na 45 minuten en twee pagina's kwam de afrikaanse helft van een afspraak opdagen en stond ik op van de deurmat]

log IX

20I2000 silence. maybe because i have been thinking much about it lately. maybe just because i have become indifferent or lazy. many things have been since the last time i talked to this log... a new GOD was born, another 1000 years died.

het is winter. ik heb twee weken druipend verkouden met een opgerold overhemd om m'n nek gelopen en in de montagecatacombe gewerkt bij de gratie van coca cola & paracetamol. een paar weken terug zakte de temperatuur in de droge nachten vaak tot 15 graden. sommige burkinabe droegen dan wollen sjaals [vermoedelijk ingevlogen door oxfam en andere lieve-oma-collectieven] een enkeling heb ik betrapt met een bivakmuts. ik heb het koud gehad. erg koud. vreemd dat temperatuur relatief is maar zonder herinnering [zoals smaak die wel heeft]

-----------------------

ik maak een spelprogramma voor de nationale televisie, vijf minuten per week {geschatte 1 miljoen kijkers} te stom om waar te zijn, mensen rondom een oplegger op de markt. de sponsor {een bouillonblokjesfabrikant} deelt prijzen [plastic emmers, mandjes en fruitschalen] uit aan mensen die antwoorden kennen op onvoorstelbaar triviale vragen over de populairste soap van het moment, een braziliaanse gruwel [wat was de kleur van de blouse van de oudtante die in afl. 1586 bij sergio op bezoek kwam? wat zijn de namen van de vijf honden van de dokter? wat waren de eerste woorden van sergio toen hij bij marimar in de lift stapte?]. wederom de onderwereld die door de aardkorst barst. hoe ook. vandaag heeft iemand de hoofdprijs van deze week gewonnen: een schaap.

een schaap! GOD bestaat. werkelijk en zonder klein te worden door de dogma's en drakerige taal waarmee we hem vastbinden.

--------------------------

samenspraak over stilte

25X1999 15.53 jaap aan tim

een dag zonder veel afwijkingen van andere. de wind bijna stil. de brand van de zon zonder ophouden. de woorden chaotisch in hoofd, vurig van hart en zwart-wit op papier. toch gebeurt het juist op deze dag. de stilte wordt verbroken...

18XI1999 21.48 jaap aan brooke

.................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. .................................................................................. ....................................

a dot for every star, for every word that would be here when i would have found it

so often there is a greater comfort in the silence of words than in the screaming absence of sound

25XI1999 0.51 jaap aan tim

het groots en meeslepend lawaai dat je van het leven moet overtuigen. welnu. we blijven graven. [...] NB1: poezie: de sprakeloosheid van de taal in woorden vatten

07XII1999 7.25 tim aan jaap

Shush Can you imagine how silent a plane crash would be if you were deaf? How unbearably loud a rape?

08XII1999 18:59 jaap aan tim

what should be said when all the words have expired and silence is tearing up the poetry?

08XII1999 19.10 [CHAT-fragment]

FurNocturnus [TIM]: stilte: "het gekend worden".....?? somniator vigil [jaap]: door? FurNocturnus: stilte is existentieel, althans zo zie ik het... en dus moeilijk uit te leggen...... FurNocturnus: God? somniator vigil: wellicht. dan laat ik mij weinig kennen FurNocturnus: hoezo? somniator vigil: als stilte een afwezigheid is van andere elementen die zijn niet vaak afwezig de brei de associatiemachine die doorratelt de voorstelling noem het fantasie FurNocturnus: misschien is stilte dat wel niet....... stilte is misschien niet synoniem aan leegte..... [...] FurNocturnus: wanneer ervaar je stilte, of doe je dat nooit? somniator vigil: ik ervaar wat ik als 'stilte' aanduidt in een bijna juichende dankbaarheid naar GOD somniator vigil: maar vrijwel direkt FurNocturnus: dus de contradictie in de stilte: "stilte" en "juichend"? somniator vigil: meteen daarop ben ik al bezig om te proberen dat moment vast te houden en vast te leggen FurNocturnus: niet "stilte" als afwezigheid, maar aanwezigheid....... somniator vigil: maar is het wel stilte als ik tegelijk meeluister naar mijn eigen geluid?

08XII1999 20:22 Ook hier [bij het nadenken over stilte] kom ik steeds weer terug bij twee kanten van mijn leven. Aan de ene kant het wilde en passionele; aan de andere kant het rustige, gevoelige en pensieve ... het onstuimige en wilde dat tot uiting komt door het pensieve; het gevoelige dat veroorzaakt wordt door het wilde en het overdadige ... in het wilde blijf ik pensief, en in het pensieve wild ... Alles, alles of nooit, ik schreeuw mezelf dwars door de woestijnen. Alles, alles of nooit, ik wil niet ongezien verdwijnen*. Dit zing ik regelmatig tegen mezelf. *youp

08XII1999 23:26 jaap aan tim

de stilte. 'k ben blij dat je er stevig in bijt. dat je het merg uit de botten van het leven zuigt [zie ook 'death poets society']. meedanst in de dwaze rondgang van deze planeet. wanneer de interne tegenstelling je verheugt en neerslaat en zo dus voortdrijft, amen. zolang je ze kunt temmen. de twee wilde paarden ook kunt samenspannen. wild denkend, bedachtzaam wild. zeker zegen.

wat nog niet gezegd is over de stilte is het ongezegde. dat is ook stilte, meen ik. de sprakeloosheid. de grenzen van de taal. de afgrond waar onze communicatie stokt, waar we nog vage echoes de eindigheid in kunnen sturen. het einde van de uitdrukking. de woordeloosheid. door extatisch geluk en onafzienbare pijn.

09XII1999 22.16 jaap aan tim

'zij bestaat zolang ik haar vul met wat ik, met een zeldzame zekerheid, haar emoties noem, ongeveer zoals ik een stilte vul door die niet te verstoren en haar trachten te horen.' jan willem otten over noriko een character in een film jasujiro ozu [heb 'k nooit zelf bekeken] een vrouw die we kennen zonder iets van haar te weten.

09XII1999 23.26 jaap aan brooke

subject: silence i have been exploring the depths of this word or world lately. was trying to define it in a dialogue with a friend. it seems that silence as we know it has a lot to do with tension and absence and resonance.

wondered if you have something fresh or archives on this one...what is silence?

10XII1999 12.40 jaap aan tim

subject: witte stilte ben lichttheorie aan het studeren [wit-blauw=geel] misschien vertelt licht ons iets over de stilte. cyaan en geel en rood. drie verhalende spektakelkleuren verstommen tot wit wanneer ze samenvallen. ik geloof een mooie metafoor voor stilte als eindpunt.

10XII1999 20.46 tim aan jaap

the poets labouring all their days to build a perfect beauty in rhyme are overthrown by a woman's gaze [W.B. Yeats, from The wind among the reeds] stilte?

12XII1999 0.11 brooke to jaap

yes, the question of silence.

an amateur defintion: the loudest clarity...absorption and reflection of all color...the unspoken understanding between human and human, human and land, human and beast...the fiercest calm one can seek.

just my impulses here. not a cement tribute. i wonder about your quest. and this my fledgling fragment.

12XII1999 11.42 jaap aan tim

stoer he. wederom de spanning tussen sereen en luidruchtig. en dat ook in de kleuren. de drieeenheid die wit en stil is in zijn volkomenheid. geldt dit ook voor GOD? [help mijn kreupele bijbelkennis en stuur me de tekst waarin god spreekt in de wind en de stilte, zo is het toch?]

13XII1999 9.58 tim aan jaap

Gen 1:2 Ps 131:2 Openb 8:1

15XII1999 15.47 jw aan tim

Ach...een jaar geleden schreef ik zo intens en veel, schrappen etc. En nu, dat zal jij wel herkennen, is die maandenlange luwte ingetreden. Misschien uit zelfbescherming, want op den duur werd ik zo pessimistisch en hoogmoedig tegelijk. Het lelijkste eendje dat op de aarde rondliep. Het is opvallend dat je, wanneer je je vreselijk inspant om 'de beauty of life' te verwoorden, vanuit een diep besef van dankbaarheid naar God, en waardering voor het leven, als verzet tegen dat ultieme niets, dat als ontkenning van al dit goede leven het kwaad moet heten, uiteindelijk de greep op de zaak verliest. Er is stilte nodig. Ik merk het iedere dag meer. Ik moet mijn bek houden, dan pas kan ik plukken en wijn maken. Nu stamp ik in een trog vol vellen.

15XII1999 12:37 tim aan jaap

jaap! het sneeuwt hier. de groningse wereld is bedolven onder een wit deken van stilte......

15XII1999 18:41 tim aan jaap

hey fellow-traveller...... could you check out what the color combination of black is..... i mean, white = blue + yellow + magenta or something like that...... but what is black?? is that a combination too, or just the absense of any combination....... still thinking about silence and i was enlightened on the connection between "silence" and "white" today by the snow falling down...... let me know what you find......

16XII1999 0:44 jaap aan tim

black is

0 Y 0 M 0 C

16XII1999 6:50 tim aan jaap

zwart is dus de afwezigheid van alles wat wit constitueerd?? ik vraag dit in verband met de Middeleeuwse (neo-Platonistische) notie van goed en kwaad, nl. kwaad (lees: zwart) als afwezigheid van het goede (lees: wit). er is geen echt kwaad, maar slechts "goed" en een afwezigheid daarvan.....

15XII1999 19.20 tim aan jaap

De gevolgen van het "verbreken van de stilte tussen ons" een aantal weken geleden zijn ofwel groots, ofwel nietszeggend. Twijfel na het lezen van deze woorden van JW. Lullen over stilte is leuk, maar wat als door al dat lullen nou nooit stilte komt?? Dat je door maar door te lallen en te draven nooit eens rustig gaat zitten.

16XII1999 2.46 jaap aan jw

ik ken de roep om stilte. de onmogelijkheid van deze zin. 'k zoek naar de grenzen van taal om me daar in de schaduw [mijn lichaam kent nu de metaphoor van de vleugels en de boom, in NL slechts ongewenste zonnedieven] neer te leggen. sprakeloos. ontdek de poezie als een land dicht bij die plaats. maar ook is er de stroom van grijsheid. het moetende. verzet me elke dag door te proberen dat te aspireren, toch slaap ik te vaak.

16XII1999 2.52 jaap aan tim

gerede twijfel. 'k besef me ook dat woorden zoeken om stilte te beschrijven een tegenstrijdige bezigheid is. het proefondervindelijk vaststellen en registeren van stilte is echter iets wat we niet kunnen delen op deze plek zonder in woorden te vervallen. zwijg wanneer je wilt

18XII1999 2:27 jaap aan tim ja, wanneer we over licht spreken.

24XII1999 0:10 jaap aan tim

stilte dus.

30XII1999 17.47 tim aan jaap

schreeuw jezelf het nieuwe jaar in, zou ik zeggen. ik zal voor je drinken en lallen in Paris!!!

log VIII

in nachten als dezezit ik altijd even op de rand van mijn bed te wachten op een woord een klein woord met een zachte stem bijna onhoorbaar door de krekels

----------------------

het vrijdaggebed

mensen knielen voor hun GOD één knielt om geld uit een put te vissen

-----------------------

poëzie bedrijven: de sprakeloosheid van de taal in woorden vatten

log VII

XI1999 [slapeloze] nuits atypique de koudougou

muziek, dwaze maagd schal in je vlagen de zee, volle golven amphitheater je haren en handen, slag van drum en oer woud, waanzin van je saxofoonsnaren zatte noten gieren balk na balk

de zwarte warmte, golvend je mateloosheid breed uitgemeten bruisend de littekens, de korsten week gezweet, kaal gedanst lichaam en lichaam in verdrinkend spotlicht bis bis

stilte

de gebroken nacht heelt in de verdampende lichtheid

------------

over geluk kan ik het volgende zeggen:

vanmiddag stond aan de andere van een 1,5 meter diepe afwateringsgoot een meisje met een schaal bananen op haar hoofd. ze keek in de diepte, naar links en rechts en toen geloof ik nog eens naar links. toen trok ze haar jurk tot op haar knieen, terwijl ze de schaal met soepele knikjes van haar hoofd in evenwicht hield. voordat ze sprong, lachte ze. die lach. die lach past hier niet in woorden. ik weet niet of die bananen de overkant hebben gehaald. maar die lach had ik op dubbele snelheid ook niet gemist. zelfspot die van volkomen tevreden zelfkennis afstraalt. die lach kan ik niet zwartopwitten. over geluk kan ik dus het volgende zeggen: ze sprong en ze lachte.

log VI

ik geloof dat warmte, net als pijn, op geen enkele manier ervaren kan worden door te lezen of te luisteren. alleen de lichamelijke ondervinding van de aanhoudende, alomaanwezige tweede huid van de hitte vertelt van die warmte. daarom valt de mensheid uiteen in twee groepen: zij die de warmte kennen en zij die haar vermoeden. de laatste groep heb ik onlangs verlaten en ik meen te kunnen stellen dat deze groep niet kan beginnen te vermoeden hoe groot de invloed van de warmte op het dagelijks leven is. --------

door een rechterbusraam gezien tijdens een reis: een herdersjongen met een rode capuchon tot over zijn oren drijft door het gele veld een kudde koeien naar huis.

--------

herinnering na een vredig ontwaken, de slijmslurper:

ik herinner me plotseling dat mijn oudste broer vroeger een hoogslaper had. een blankgelakte houten bak, die mijn vader met lange bouten in elkaar had geschroefd. soms was ik 's ochtends vroeg in zijn kamer. en op zo'n ochtend -ik weet niet of er iemand bij hem logeerde- lag hij met zijn krullenkop op de zijkant van dat bed; zijn lippen tegen de bovenrand. hij grinnikte denk ik en gorchelde wat met zijn eigen speeksel en als hij tevreden was over de samenstelling liet hij voorzichtig een groenige sliert uit zijn mond omlaagzakken, langs de blankgelakte plank. eerst een klein stukje, dan steeds dieper. en dan op het laatste moment voorkwam hij de val met een berekenende slurp. het ging erom het slurpen zolang mogelijk uit te stellen zonder dat de sliert zou breken en het plasje anderhalve meter onder hem groter zou worden. daarvoor was perfekt elastisch slijm nodig met een exact gehalte aan opgesnoven en gerocheld snot dat tegelijkertijd niet te dik mocht zijn om te kunnen glijden. het slurpen zelf was dan simpelweg een kwestie van het juiste moment berekenen door de sterkte en de versnelling van je slijm zo nauwkeurig mogelijk in te schatten. hij slurpte trefzeker herinner ik me; met beheersing zijn zuigkracht regelend als bij het binnenhalen van een te grote vis. mijn broer de slijmslurper.

log V

Vcome let us mock at the great that had such burdens on the mind and toiled so hard and late to leave some monument behind, nor thought of the levelling wind.

come let us mock at the wise; with all those calendars whereon they fixed old aching eyes, they never saw how seasons run, and now but gape at the sun

come let us mock at the good that fancied goodness might be gay, and sick of solitude. might proclaim a holiday: wind shrieked - and where are they?

mock mockers after that that would not lift a hand maybe to help good, wise or great to bar that foul storm, for we traffic in mockery.

w.b. yeats [from 'the tower' | nineteen hundred and nineteen]

12XI1999

thought about love 'and when he jumped down from his ivory tower, losing his velvet wisdomcloak and losing his mind, some say they heard him cry 'i do think i love you'. she heard the echoes...the crash. collected his bones in the blue velvet cloak and watched over them under the apple tree.'

log III

introduction=failure. i just reread this weeks products and it struck me that it is all true but a complete distortion of the whole. so these sketches are not self-supporting. in spite of the things below, this week has primarily been a week of wonder: the growing papajes, 'a life less ordinary', 7 holes in my tire, pablo by night, discovery of the art of lighting [one year passed since the last time i studied...], making of a short-short-film. well, here it is. fragments

23X1999 am tired. very tired. must start finishing projects here. too much is floating right now. responsibilities. funds expecting material as a result of their money. oh i need somebody to kick my perfectionist & chaotic being into a clear direction. all the people seem to be floating here. need my mother i guess. the only one that disciplined me a little somehow. that's the bloody disadvantage of that bit of knowledge & creativity that we have: the awe, nobody telling you that you are being a bastard and that you should start finishing something or even better helping you to do so. all is random inspiration now and instinct rather than craft.

25X1999 20:57 tonight... i must have started over and over again with that word. an iffy attempt to locate myself amidst the flow of images, people and places. well, there i am. tonight. under a black african sky. the shreds of music travelling from somewhere in the house is amplified by the hollow spaces between ceiling and roof: the home of colonies of ants and of lonesome cockroaches with nothing better to do than to grow till extravagant sizes. am sitting on my bed, back against the wall. looking at the open window from my weddingdressshelter. smiling at the mosquitos. socks are drying everywhere. tomorrow morning they will be crispy objects of art that can only be put on after a firm massage. at the other side of the net stand neruda & blake & yeats. am quite honoured that these great makers are only inches from my breathing. every night. a friend just told me that neruda is 'a silence that never ceases to speak'...

27X1999 from a letter [about a 1,5 minute short-film]. 'i am amazed by the the power of ideas and the relativity of distance. dutch boy in africa beneath the sahara, taping a burkinabe worker for some educational program on a japanese camera in french, discovering a great loop on an american editing system, decides to give it a special place somewhere amidst chilean neruda poetry, sends an e-mail to texas u.s.a., where this crazy poetfriend whom he met in england near london finds a spanish lady who will provide the voice for neruda, that added with music from iceland and the czech republik makes a quite bizar mixture of cultures. just a simple idea, 90 seconds, nothing pretentious, that started three days ago. i pray that we can live like that. the instant art of every day. washing socks, talking to the boy next door, reading a book, writing one, drinking pictures, freezing some of them.'

28X1999 the world around me is suffering from AIDS and i have just sent half a day into oblivion, fighting some sort of virtual disease that is harming our computers. the contrast is ridiculous. the red streets, children carrying backpacks on their heads, the cows and donkeys of the neighbours and next to that this completely rebellious machine that does not even seem to exist as a shadow of the reality sunshine of the burning outside. so i was stuck somewhere to repair one of these machines. installing the software, running it and then waiting. absurd. the translucent warrior fighting the ghosts of the other world.

log IV

29X1999 the road. there's something about motion. wrote some words about it, about another bus ride when i was waiting for my plane in paris two weeks ago. charles de gaulles, a marvel of architecture, a concrete dome that rises up from the vast forsaken grounds of north france. it's hollowness is so well made that people come and ago without being noticed by anyone including themselves.when i had wandered along all the possible destinations of the world and had put aside the ideas on how far i'd come with my pocketmoney, i found a place in a narrow corridor, where you could hear footsteps and sometimes even echoes of human voices. and i wrote:'...travelling always makes me weep. the lines slipping past like thoughts without listener. the orange natriumsuns of street lights that rustle past my halfclosed eyelashes. it is so beautiful... as if the inner motion is annuled by the journey, that is being executed into the opposite direction so that i'm coming to a halt and i'm hanging still in time [think of a small boy who kicks a red ball through a long and empty yellow train. the ball spinning and the train driving with the same speed in the opposite direct so that the ball is in fact remaining at the same place]...now the little teardrops. the gratitude of a small man. the marvel of such a timeless capsule. a cheap nightbus to paris. packed with sleeping people. and they belong here, with their plastered breaths and too wide shoulders. the bus is filled with their silence, the wind of sleepingsounds, sighing, blowing, whistling, grunting, snorring: a beautiful forest. peace. the deep hammering diesel engine, beating against the panoramic view of city lights of places without a name. lack of sleep, drowsy brains, grisly concrete car parks, folding knees. everything is right about it. it all belongs here. GOOD. not entirely of course. let's say as good as the translucent other that is smiling at me from behind the window. the motion, the silence, the lack of sleep... whatever the cause, the penchant for remembrance and pressure towards the fullfilment of tomorrow come to a halt in a temporary realisation and acceptance of BEING now...at this moment.'

and now another 14 hour bus-ride. ouagadougou, bobo-dioulasso, banfora and next gaoua. we're nearly there.

02XI1999 het grote missiehuis op de heuvel in gaoua verlaten. nu bouroum bouroum. het dorp van paul en zijn grand moto, van mamma tabitha, van lobieforten en sammy met zijn kat. krassen ter uitwerking: [bezoek barrage. geschroeide zwembroek van dil, 15 zakken cement waar hij geld voor zoekt. daniel en de milmolen van drie dorpen verderop. de peugeot van albert en vieze verhalen bij het eten [kat gepakt door drijfband van DAF] de breiclub van alice sammy en dox de kat en yoghurt en het oude testament alphabetisation. huis met 12 volts lampen op zonneergie. water uit de put. douchen in een teil, om de wc mee door te spoelen. 10 soorten insekten uit je kleren kloppen, van je bed schuiven.]

03X1999 waar begint de dag? de harde bundels zonlicht die door de bladeren van eeb gojaveboom op de oprijlaan vallen. het betonstalenhek en daarachter de weg naar verder. naar ouo en sideradougou. het land van de lobi en birifou en hier en daar een neergestreken nomadische peul familie. het is een lome draaidag. de weg wordt gerepareerd nu de regens zich hebben teruggetrokken na een van de felste slagen van deze eeuw. overal zijn wegen weggespoeld en auto's weggedreven, lemen huizen volgelopen en ingestort. vandaag is de hemel wit, wolkenloos. onze witte peugeot hobbelt over bergen zand die gister nog diepe putten waren. we geven de post af bij een afgelegen missiepost waar een schotse familie woont. als we het erf afdraaien sluiten de kinderen uit het dorp hun lobirigroet af met een bye bye in onvervalst schots. dan duikt ouou op vanachter de horizon. we zijn er al voorbij. pasteur philipe heeft ons gezien. hij rent voor ons uit. rechts is een paadje, breed genoeg voor een brommer. we slaan af. ben overtuigd dat PEUGEOT de kameel is van dit land.

de tijd gaat verloren, maar het beeld blijft scherp afgetekend. 'zendelingen spreken lobiri. lekke band. bliksem in het huis. margharet 5 talen. prachtige peul vrouwen. hoge voorhoofden. ketting. ragout. melk. ronde hutten. de warme douche. de sterren. rice sauce arachide'. het zijn flarden uit mijn bruine MUJI-schrift en ik heb niet de moed om ze nu in woorden te kunnen vatten. maar de verhalen blijven. ze zijn uit mijn mouw te schudden overal waar ik uit de lucht kom vallen. voor nu twee brieffragmenten. 'heb gereisd met een stel geweldige zendelingen. echt van die gasten die de afrikaanse talen vloeiend sprekenen ervoor gaan om mensen te bereiken om hun leven beter te maken. ben een middag met een motor en een burkinabe uit de lobistam als gids echt de bushbush ingetrokken. rijden over paadjes die te begroeit zijn om er normaal te kunnen lopen. kleine universa die los staan van de rest van de werkelijkheid. mannen die met hun schaamlapje om zitten te pitten onder een mangoboom naast een lobi-fort van klei met miniscule vensters [in vroeger tijden om de pijlen van de buren buiten te houden, elk 'fort' staan net buiten schotafstand van de buren]. echt bizar. de gastvrijheid van de families, eten op hun court, water uit putten en pompen, douchen met een zinken emmer onder de sterren. slapen in een missiehuis van begin deze eeuw [een onaangepaste zwitserse chalet midden tussen de velden van een dorpje ergens tussen nergens en nergens met de naam bouroum bourouml] dan is GOD dichtbij. dat je eten hebt. dat jeniet doodziek wordt van het water of de muggen. reizen is zoals vroeger iets waar je hard voor bidt. op een gegeven moment kregen we een lekke band. er is 1 reservewiel. als je daarna ergens stil komt te staan, betekent dat misschien een halve dag lopen in de brandende zon op het water uit de jerrycan met water voor de oververhitte motor. en dan geeft GOD die bescherming en sta je een dag later toch weer waar je moet zijn.'

'am very tired. on a field bed in an empty mudbuilding that used to be a school. filmed in two villages today. beautiful nomadic peul women. i have no energy left to give it to the paper, to you. just before the dinner in the court of our friends [rice cooked on a wood fire with water from the well next door] i took a luke-warm 'shower' with water from a zinc bucket. in the corner of a corn field in the twilight, under the nude stars of the night. can 't give it right now, must sleep. hope you'll be able to be among all this with me one day. the striking understanding of GOD. little man, little understanding. but these stars and then the mosquitos biting. using yesterday's clothes as a towel. it is all very good.'

log II

enige luchthavengedachten bij nacht wachten het betitelen van tijd als 'verloren' om dit verlies vervolgens te kunnen aanwenden als excuus om ongenoegen en gewichtigheid te tonen.

vliegen het tijdelijk tegen betaling aan laten meten van vleugels om een horizon te verbreden.

roken de verkorting van de adem meten [sigaret: ademverkortingsmeter]

stenigen het transformeren van o.a. overspeligen tot bloedige monumenten van vermeende rechtvaardigheid [wenselijkerwijs uitgevoert door leden van de w.z.z. {werpers zonder zonden}]

20IX1999 vanochtend opgestaan uit een 15 jaar oude warmte. warmte die na de dood van bomp toch is meeverhuisd naar heemstede. de gele weelde van een donzen droomwereld. wederom overtuigd van een van de weinige objectieve waarheden in mijn leven: 'ik heb de beste oma van de wereld'.

'het logeerbed van oma' is vaak teruggebracht tot clichÈ & inspiratiebron & literaire gemeenplaats met een wolligheid die te rijk is aan woorden om over liefde te spreken. maar nu begrijp ik dat al die denkers en schrijvers mijn oma nooit gekend hebben.

NL/NS de wereld zou stoppen met draaien als het volkomen evenwicht van de blauwe lucht, de groene weidewereld en de gele trein opgeheven zou worden. de kleine wolken die boos en donkergrijs in de lucht hangen om even later te zwichten onder het dwingende gele gelach van de zon. er loopt een rechte rij koeien langs het prikkeldraad. twee aan twee aan twee en dan een boer. in een blauwe overal met een witte plastic emmer in zijn hand.

26IX1999 de noordzee blote voeten. de zee neemt alles opnieuw. we sprinten. als gekken. en hij wint. natuurlijk. ik heb haar gemist. meer dan andere liefdes.

log I

yes i am following the world in it's tracks. will be in my homeland for a month. maybe in england as well. but the reason for this new era is simply that i lost count. 12IX1999

wederom een luchthaven. ouaga met de wachtende jeroen op charles de gaulles. het is de beweging, maar dan de beweging van en naar. ik weet niet of die rusteloosheid vloek of zegen is. het is een van de motoren van verwondering. de waarneming en ervaring die voortduren. altijd afstand, drie stoelen verderop. ik. het hoekje. ergens. een hoekje. een schaduw. ik. de schijnbaar volkomen passieve medereiziger met zuinige glimlach, die zijn medereizigers waarneemt en optekent, beelden opzuigt. het meisje met het magere poesje in die wijndoos en de blauwe ogen. de jongen die zonder te blozen voor haar gaat zitten en vraagt hoe ze heet, dan uitvindt dat ze ook spaans spreekt. een halve wereld later, weet ik dat ze de poes gered heeft in timboektoe, uit de handen van straatkinderen die haar rondslingerden aan haar staart en tegen een muur uit elkaar zouden laten spatten. hij komt uit cuba woont in milaan, vliegt nu en dan naar bobo om de verhalen van dertig griots op minidisc vast te leggen. na 4 maanden mali wil ze weg uit parijs naar het platteland.

de andere wereld. parijs. de auto kwijtgeraakt in een parkeergarage. het dodendorp pere lachaisse. langverwacht macdonalds. eifeltoren in de verte. de helderheid van een dwaze red-bull reis door de nacht. betonnen vlaktes. amsterdam.

30

08IX1999 herhaling dat we blijven ademen is zegen; of vloek? de drang van geboorte tot dood. blijven ademen. geluk, ellende, totale onverschilligheid. vechten om te blijven ademen. zelfs zonder hoop, zonder enig licht of perspectief aan de duistere kimmen. het is lijden. maar het is ook de vreugde van de kleine verhalen. elke wereld kent ze, elk oog kan ze zien. dat is dan waarschijnlijk de reden dat we worden voortgedreven als dwalende dwazen. de SCHEPPER weet dat hoop nooit volledig uitgeput kan zijn. dat er altijd ergens weer een klein verhaal opduikt. dat er achter de schemerige horizon een dag wacht. dan begrijp ik dus dat die instinctieve drijfveer van het ademen een zegen is. wat onbegrijpelijk blijft is waarom ik nu juist verkozen ben uit zovelen. waarom ben ik in deze uitzonderlijke positie terechtgekomen. altijd dak en eten. ogen, 160% ogen, die uit zichzelf onverschillig mat slaan en naar de grond staren. en het kan niemand anders zijn dan GOD, die m'n kin omhoog duwt en mijn ogen opent. al die kleine verhalen, portretten en melodietjes. pure liefde [het is waar: 'love is like a simple melody i hear in this garden called YOU']

het zijn de verhalen als die van de buurjongen inoussa. over het dorp zorgho en zijn culturele botsingen. als hij op straat sa majestÈ le Naaba SANEM de Zorgho tegenkomt kijkt hij snel de andere kant op, want als de chef [een traditionele koning van de streek, die in een dikke mercedes rondrijdt en elke maand naar zijn buitenhuis in belgiÎ vliegt] ziet dat je hem gezien hebt moet je het begroetingsritueel [onder andere een diepe buiging] minutieus uitvoeren. als er iets niet in orde is moet je een boete van ÈÈn schaap betalen en dat is een halve maand werk voor hem.

er staan hardroze bloemen onder de mangoboom. elke ochtend steken ze hun koppen omhoog, zoeken een straaltje licht dat door de bladeren valt en openen dan in slow-motion hun gezicht. en 's avonds REWIND. dan voltrekken ze het ritueel met dezelfde beheerste bewegingen van achter naar voren.

de mannen aan de overkant koken hun mierzoete avondthee tegenwoordig onder de blote sterrenhemel, omdat de ezel van oumar het afdak omver heeft getrokken.

gisteren reed een vrouw tijdens haar autorijles tegen het huis van de buren.

de lach van dwaze meisje op de hoek.

het zijn verhalen die te klein zijn om verteld te worden. te groot om in woorden te vatten. wederom 'pictures at an exhibition'.

29

[attempt to translate the abovementioned thoughts on poetry] poetry is the art to put in words what can't be formulated.

i'm pondering a little about that poetry after some reading of incomprehension and wonder. the works of a friend. the swimming about in her words and the nibbling on their meaning. stirred by the reflexion of something beautiful or the cold of the cracks in the image. stirred, without understanding. convinced of a revelation, without the faintest idea what it could be. that mysterious touch hasn't got a lot to do with the clearly defined descriptions in prose, which direct my imagination meticulously towards a certain seansation or experience. poetry, as i seem to discover now, is much closer to the shady world of association, that grants music and abstract art their strenght. also poetry is more homest. more honest than prose, who -even when she prentends to be speechless- stammers in eloquent sentences and by writing about the boundaries of language is in fact delivering a speech about the broad range of words and their power to touch. however the prosewriter may want to be and however hard he tries to admit the impotence of language, he will always, as i am doing right now, strangle his own argument by having formulated it with meaningful words. poetry doesn't know this inability to describe its own limitations. because she isn't busy telling or explaining or sketching an image that leads to a story or an understanding. poetry leaves room for the holes that exist in our expression. the extacy and the black, the nothing and the frenzy [this too falls short]. and because poetry is gattering the uncertain letters from the caves and happy-treasuries of the human being and chucks them on paper, because it leaves holes and chooses the wrong words in places where that happens also in the wordless reality; therefore poetry can [like music and plastic arts] sincerely speak about the impotence and thus about the unintelligible happiness and unbearable pain. that's why inscrutable poems are exciting and that's why you can weep about an incomprehensible collection of words. the only requirement to take part in this journey of exploration is honesty. the reader must be able to admit that the conventions on language and logic have their restraints and next to open the door to the the strange twist, that we named association. the twist that allows us continuously to flow between the different layers of our world [observation, imagination, memory/present, future, past]. that ability has often suffered from the pragmatic functionalism that society demands or flattened off by the commonplace connections of the televison propaganda [balaclava in black van=bank robbery, two pair of socks on the ground=one pair of naked people in bed], but it never dies. every human being can smell that this red woollen mitten has the smell of granny's french winterchalet, every human being can feel that the windcover of that microphone tickles exactly as the stuffed animal with its huge wooden house and every human being can -looking at the elegant 3 on the sign of room 37 of the british museum- suddenly think back to the flowerdress of that beautiful french speech therapist. as soon as the reader finds that honesty [the same with which the poet wrote] stuttering verses will be resounding and the unspeakable will find a voice.

04IX1999

it is like the king that ruled over a people that suffered and grew smaller every day; the king saw nothing, because he wasn't growing smaller himself. until the day that his last subject died and the king lost his job. he then kept growing smaller every day because of famine and loneliness until he died himself.

28

er valt zoveel water uit de hemel. alles is klam. papier kreukt niet meer. sokken hangen dagenlang te zweten aan de lijn totdat je ze halfnat aan je vochtige voeten in een paar dampende schoenen schuift. en het is avond, noem het nacht. een koor tergend theatrale krekels aan het raam en voor me het rustgevender gezoem van de ventilator van deze stoommachine.

27

18VIII1999 i am not sure how much i have written in this place about `the great on-going astonishment' which is the traffic here and now more specific the rookies in this area. i remember writing about my intentions to take some drivings lessons, but i'm not sure if i told about the 16 by 24 feet building with a daily two hours of terror. 30 pupils and a tyrant-instructor. i had to make it to 10 of these sessions [only being able to bear it two times a week] before i passed the theory test. passed it the first time though which is quite exceptional, because of two lucky brakes. first of all we had a clean flow of electricity that day. no power-cut. and so the dreaded examiner at the national department of traffic didn't get the chance to interrogate me face to face [like in the good old days] but had to stick to the novelty of the slide-test. [actually quite a shame, because i'll never know if i would have passed while answering with the obligatory literal definitions of the signs and regulations that i learned by heart in french...probably not!] 30 slides. the tyrant instructor turned out to have a heart. he lead us to a dark corner of the property and said he -as the representative of our school- would try to get in to the room with the excuse that some of his pupils didn't understand french and for some reason they would allow him to translate into moorÈ and doing so he would add a meaningless word before all the correct answers. he went on to explain that we could not look at him in a special way and that there was not a chance that they were going to find out because he always changed his signs and had been doing so for years. if however he didn't get to do the translation some other instructor would. so he explained us about their signs. names were called. good lucks from the corrupt oppressor. he didn't get in, his collegue -the one that lowers his voice when the answer is wrong- did. but some of the slides seem to surprise him. [probably a new series from france]. i picked my own answers when the questions were asked in french and when translated in moorÈ i verified if his voice was high at the same ones. sometimes i was sure he had it wrong other times he made me change my mind. after waiting a little over an hour my instructor told me in a conspirative voice that i passed with the minimum of 25. having stepped away from the crowd he added that i actually got 24, but that he had told the official that i was a friend and that i'd be leaving for holland very soon. so i passed. not sure what to make of this i doubted if i would refuse to accept this twisted victory, wondered if he expected some money [like the guys that can get you the papers without any exam], didn't wanna to give him any, said i found it all a little strange, he then assured me that they made a lot of exceptions for 24's and that there was nothing irregular about it, i thought about the all the people that were with me for the such-and-such time, how they failed all of them except for me and a woman who had made some special financial arrangements, so i thought `what the ....', thanked him and left to make a first appointment with my future driving instructor.

19VIII1999

visited some young plastic artists in an outskirt of this town. am preparing a documentary on four of them with dear old luc. when all goes well and we can find someone to take care of the low budget, we're hoping to distribute it to several countries and festivals. dreaming on, i am also working on the proposal for a series of documentaries on AIDS patients. very intimate portrets to change the general attitude of ignorence and fear to one of respect and compassion. lastly gideon is preparing a great project for a youth program. 4 people on the road for seven days [=seven episodes] in an old truck, with -as i imagine- a completely furnished livingroom in the back. seven days=seven themes. they will be meeting people and completing tasks to explore the depthts of these themes [trust, wealth, love...], at night there's a discussion. in addition to this we get to know them through the daily rituals of cooking, camping, travelling and through their talks with `the confessor-camera'. and again we wait...for money and for our producer to see the light.

26

14VIII1999 het is zaterdagavond. de laatste kans om dobberende stukken drijfidee bij elkaar te graaien en naar het dok te drijven. daar worden ze dan omhoog gehesen en bebeiteld en geschaafd om daarna min of meer gestroomlijnd een plek in de wereldwijde informatiezee te zoeken [in de vorm van een log].

last sunday oussou came over to our house with his childhood friend abdul karim. normally it's a pleasure to just hang out with them. telling stories about our countries, drinking tea and watching the people and the day pass by. but sunday was even more special. they brought two jambÈs with them and started playing in the front yard. my head was buzzing with some lost malariabug that should have left with its family a week before, but that all ceased when their music started. strong monotonous rhythms, returning themes, little jokes. songs in a small language with stories that do not end. of course some of the kids of the quartier were already on our garden wall [as they are always when there's somebody in the front yard; just watching] now they started dancing...a dangerous garden wall dance and we invited them in. a dozen other kids followed and started dancing all over the place. great swinging garden. oussou, the kidsking and karim were laughing and playing like crazy, enjoying the children's fun so much. `peace and love'. as they grew tired [had been playing all night in town] and soaked with sweat...ready to return home, a little girl appeared from a shy corner, and man, she felt the vibes, she danced...she DANCED, she was the beats and oussou saw her first took her hand and pulled her up front. and she rocked, she floated while they played on gasping for breath, dripping with sweat and lauging, laughing. and the other children were amazed to and where clapping to encourage her, 6 year old in a shining yellow dress.

25

02VIII1999 poëzie is de kunst om in woorden te vatten wat niet te formuleren is.

'k zit wat te peinzen over die poezie na een lezing van onbegrip en verwondering. een bundel van een vriendin. het rondzwemmen in de woorden en happen naar een betekenis. getroffen door de spiegeling van iets moois of door de kou van de barsten in het beeld. getroffen, zonder te begrijpen. overtuigd van een openbaring zonder een flauw vermoeden wat die zou kunnen zijn. die raadselachtige beroering heeft weinig te maken met de stevig omlijnde beschrijvingen in proza, die mijn verbeelding zorgvuldig sturen in de richting van een zekere sensatie of ervaring. poezie, zo meen ik nu te ontdekken, ligt veel dichter bij de schimmige wereld van associatie, die muziek en abstracte kunst hun kracht verleent. daarbij is poezie eerlijk. eerlijker dan proza, die wanneer zij woordeloos pretendeert te zijn, stamelt in volzinnen en zelfs door te schrijven over de grenzen van de taal in wezen oreert over het wijde bereik van woorden en hun macht om te beroeren. hoe eerlijk de prozaschrijver ook wil zijn en hoeveel moeite hij ook neemt om de onmacht van de taal te erkennen, hij zal altijd, zoals ook ik nu doe, zijn eigen betoog de nek om draaien door het met betekenisvolle woorden te hebben geformuleerd. die onmacht om zijn eigen begrensdheid te beschrijven kent poezie niet. omdat ze niet bezig is iets te vertellen of uit te leggen of een beeld te schetsen dat tot een verhaal leidt of tot begrip. poezie laat ruimte voor de gaten die in onze uitdrukking vallen. de extase en het zwart, het niets en de uitzinnigheid [ook dit schiet te kort]. en doordat poezie de onzekere letters uit de krochten en gelukmijnen van het menselijk wezen bij elkaarschraapt en op papier slingert, doordat het daar gaten laat vallen en verkeerde woorden kiest op plaatsen waar dat in de woordeloze werkelijkheid ook zo gebeurt; daardoor kan poezie [net als muziek en beeldende kunst] oprecht spreken van de onmacht en daarmee van het onbevattelijke geluk en de ondragelijke pijn. daarom zijn raadselachtige gedichten spannend en daarom kan je janken om een onbegrijpelijke verzameling woorden. enige vereiste om deel te nemen aan de ontdekkingstocht is eerlijkheid. de lezer moet kunnen toegeven dat conventies over taal en logica hun beperkingen hebben en moet vervolgens de deur openen naar de vreemde kronkel, die we de naam `associatie' hebben gegeven. de kronkel die ons voortdurend in staat stelt om heen weer te vloeien tussen de verschillende lagen van onze wereld [waarneming, verbeelding, herinnering]. dat vermogen is vaak wat bekneld geraakt door het zakelijk functionalisme dat de samenleving eist of afgeplat door de clichematige verbanden die de televisie propageert [bivakmuts in zwarte bus=bankoverval, paar sokken op de grond=twee blote mensen in bed], maar het sterft nooit. ieder mens kan ruiken dat die rode winterwant de geur heeft van oma's franse winterchalet, ieder mens kan voelen dat de windhoes van die microfoon net zo prettig kriebelt als de knuffelbeer met dat enorme zelfgetimmerde huis en ieder mens kan bij de gracieus gevormde drie op het bordje naar zaal zevenendertig van het british museum ineens denken aan de bloemetjesrok van die mooie franse logopediste. als de lezer die eerlijkheid vindt [dezelfde waarmee de dichter schreef] dan galmen stamelende verzen en vindt het onzeggelijke een stem.

22

then i must turn back to the twenty-second week [or actually further back when i met him while he was teaching former junkies how to transform a calebas into a floor lamp] to tell some things about oussou. a technician, musician and craftsman. small man, thirty years old, but his bold face has at most twenty of them. the quarter's children call him `coro' oussou, `grand' oussou. when he's not in front of his court making amazingly sweet arab tea on a little wire coalstove, he's `making the tour' on his rasta coloured mountainbike. and i made the tour with him for a couple of days. visiting friends and parents [lots of parents] around the city. a vast network of the old musicians and artisans of ouaga and the young ones, their children. visiting courts that are mostly the ones that you will find in the villages [`when i build this house with my father, there was nothing but wilderness, later, as the others came and the city grew, we became part of it. but in this quarter nothing has changed really, the families live together on their court, there's no running water, no cars...the only thing is that the kids can't spot raptors like we did, or chase rabbits, because they have disappeared'], listening to endless stories about family, the arts, the first festivals and the strange bond with europe [`we need the europeans, they love our art, our own people don't appreciate it, they buy glossy prints and plastic statues from taiwan'] eating things that i couldn't have dreamt of. at home he's always teaching the children. either how to repair broken bicyclechains or to cut necklaces from wood. and they adore him, as he shares his food with them and talks to them in the same way he talks with dogs, in a kind way, smiling, with serious words that make sense. some days ago he told me about the wonderwoman that he's waiting for. a woman that likes working like he does, being happy with a meal and the goodness of GOD. the woman. his woman. he strongly believes that he'll find here as soon he can offer her that daily meal. he knows about the girls on the streets [many proposed the man with the alpino hat] and about their talks, that his `pile est mort', but he doesn't care, because his friends walk the streets with bent backs after too many busy nights in too many different beds, but not oussou, he feels good because he's sure that she will come, the woman that will give him [by the grace of GOD] his little photocopy oussou. telling about this with a lot of enthusiasm, he turned to me and said: `just imagine, when i will have that woman and she will have me, she will sit right here, under this canopy and she will make me tea [intense satisfied smile] and then when i'm angry one day, i'll sit here on this bench with an angry face and she will look at me and ask `what's wrong?' and i will say `i'm angry'.